- Inleiding
- Belangrijke uitgangspunten bij de verdere beschrijving van de ervaringen
- De belangrijkste component van een Hi-Fi-installatie
- De kern van de Hi-Fi-installatie
- Afspeelapparatuur
- Kabels en stroomvoorziening
- Verbeteren van uw installatie
- Wanneer goed niet goed genoeg is
- Afsluiting
Inleiding
Mijn audiofiele ervaringen zijn pas echt begonnen in 2013. Daarvoor heeft het zich beperkt tot het luisteren naar mijn Hi-Fi-installatie. In 2013 ben ik begonnen met het bouwen van een PC om muziek af te spelen naast de CD-speler. Met name de software bleek een lastig punt. Maar de inspanningen leverde resultaten op. De muziek PC had uiteindelijk een betere geluidskwaliteit dan de CD-speler.
Een paar jaar daarna wachtte mij een grotere uitdaging. Verhuisd naar mijn nieuwe woning, de Hi-Fi-installatie opgesteld en …….. een dreunende bas. Zodanig dat je niet van de muziek kon genieten. Wat nu? Een meetmicrofoon en -software aangeschaft en aan de slag gegaan met de positie van de luidsprekers en de afstelling van de sub(woofer). Het resultaat geen dreunende bas meer en een meer dan acceptabele geluidskwaliteit. Achteraf gezien blijkt dit een hele belangrijke stap te zijn geweest. Deze stap heeft gezorgd voor een solide basis van de geluidskwaliteit van mijn Hi-Fi-installatie.
In dezelfde periode leerde ik ook een collega (die ik inmiddels wel een vriend kan noemen) op mijn werk kennen die ook een audiofiel is en net bezig was zijn installatie te verbeteren. Je gaat naar elkaars installatie luisteren en hoort dat de andere installatie op sommige punten beter is. Dit leverde een gezonde concurrentiestrijd op waarbij veel dingen uitgeprobeerd zijn en heel veel ervaring opgedaan is. Met als huidig resultaat twee Hi-Fi-installaties die naast veel duurdere Hi-Fi-installaties geplaatst mogen worden zonder ons te hoeven schamen. We hebben recent nog vaak tegen elkaar gezegd dat we een aantal jaren geleden nooit gedacht hadden dat we dit resultaat konden bereiken.
Ter volledigheid of ter verduidelijking, onderstaand heb ik mijn(/onze) opgedane ervaringen beschreven om tot een Hi-Fi-installatie te komen die de ervaring geeft alsof je bij een muziekoptreden erbij bent. Dit wil niet zeggen dat dit de enige manier is. Zonder meer zijn er nog andere manieren om een vergelijkbaar resultaat te bereiken. Maar doe uw voordeel met de onderstaande beschreven ervaringen.
Belangrijke uitgangspunten bij de verdere beschrijving van de ervaringen
Drie belangrijke uitgangspunten zijn gehanteerd, als eerste een neutraal geluid van de gehele installatie en van de afzonderlijke componenten. Op de langere termijn is dit het prettigste om naar te luisteren. Plus componenten in de installatie kunnen makkelijker gewisseld worden om te experimenteren, en natuurlijk om de installatie te verbeteren, zonder dat daardoor ook direct andere componenten gewijzigd moeten worden.
Het tweede uitgangspunt is een lastigere: een hoge geluidskwaliteit tegen redelijke kosten. Iedereen die serieus met Hi-Fi is bezig geweest weet dat om de hoogste geluidskwaliteit te bereiken alles telt. Wij hebben ons budget, enigszins, in de hand weten te houden door veel componenten zelf te bouwen. T.a.v. de kwaliteit van de onderdelen in de componenten hebben wij al heel snel geleerd dat daar geen enkele concessie gedaan mag worden.
En als laatste en belangrijkste, je kunt pas beginnen te spreken van een goede geluidskwaliteit van een installatie wanneer minimaal aan de vereiste is voldaan dat de muziek je boeit en je niet wilt stoppen met luisteren.
De belangrijkste component van een Hi-Fi-installatie
De luisterruimte! Misschien verwachtte u deze niet, maar de luisterruimte heeft een grote invloed op de geluidskwaliteit. Neem bijvoorbeeld een nieuwe woning met een woonkamer zonder meubels en gordijnen. Klap in uw handen en u hoort een hol geluid met echo. Dit zijn de resonanties van de midden en hoge tonen. Het aankleden van de luisterruimte met meubels, gordijnen/wandbekleding en een vloerkleed zorgt voor een demping van deze tonen. Met de handen klap test krijgt u al een goede indruk of de aankleding van de luisterruimte voldoende is of niet. Overdrijven is ook niet nodig, de ruimte gaat dan doods klinken. Soms is het gunstiger vanwege esthetische en/of praktische overwegingen om in een woonkamer of een speciale luisterruimte te werken met speciale akoestische elementen die de midden en hoge tonen beter (willekeuriger) verspreiden en/of dempen.
De bovenstaande aanpak van de midden en hoge tonen is in de meeste gevallen al voldoende. Blijven over de lage tonen, de bas. Vrijwel iedere luisterruimte heeft in meer of mindere mate een probleem met resonantiefrequenties van de lage tonen, vaak ervaren als het “dreunen van de bas” . Dit komt door de beperkte afmetingen van onze luisterruimten. Zodra de kleinste afmeting van de luisterruimte pak ‘m beet groter is dan 10 meter dan zijn de bas problemen voor ons menselijke oor niet meer waarneembaar. Dit is één van de redenen dat de muziek in een concertzaal zo goed klinkt.
Een bas die niet zo goed klinkt als hij zou kunnen klinken, uit zich o.a. in één bastoon die overheerst, de bastonen zijn niet “strak” en de verschillende bastonen kunnen niet of niet goed van elkaar onderscheiden worden. Maar ook de veelvouden van deze bastonen beïnvloeden de midden en hoge tonen. Bij het verbeteren van de bas tonen ervaart men ook een verbetering van de midden en hoge tonen. Daardoor is een goede bas zo belangrijk, het vormt het fundament van de geluidskwaliteit van de Hi-Fi-installatie.
Het verbeteren van de kwaliteit van de bas is een lastige. Wat bij de midden en hoge tonen met beperkte middelen kan, daarvoor heb je bij de bas al snel grote middelen nodig qua afmeting. Niet praktisch in onze luisterruimten, zeker niet in een woonkamer die met de rest van de familie gedeeld moet worden. Een compromis is het gebruik van relatief kleine luidsprekers die niet zoveel geluid in de luisterruimte kunnen “pompen”. Dit doet wel afbreuk aan de geluidsbeleving. De plaatsing van de luidsprekers verder van hoeken en de achterwand helpt ook wat. Een redelijk compromis kan hiermee bereikt worden als de luidsprekers 1 a 1,5 meter de luisterruimte in geplaatst kunnen worden. In een woonkamer is dit vaak al een probleem. Of u moet een hele meegaande vrouw hebben (ik ga er voor het gemak vanuit dat u tot het kalende en grijzende gedeelte van de bevolking hoort). Een suggestie die ik op een andere website tegen kwam: een andere vrouw? U zult begrijpen dat ik hierover geen verdere suggesties of uitspraken kan doen.
Mochten de voorgaande middelen om de kwaliteit van de bas te verbeteren niet mogelijk zijn of onvoldoende resultaten geven, dan blijft als laatste middel over: DSP (“digital sound processing”). Eenvoudig gezegd is dit het aanpassen van de amplitude van de verschillende (bas) frequenties, zodat de resonanties worden weggenomen. Mits goed aangepakt, en ik herhaal mits goed aangepakt kan dit hele goede resultaten opleveren.
DSP kan men op meerdere manieren toepassen. De meest bekende en voor de hand liggende manier is om dit bij de afspeelapparatuur te doen door het gebruik van een equalizer of “room correction” software afhankelijk van het type van de afspeelapparatuur. Dit is ook meteen voor audiofielen de meeste verafschuwde methode, omdat het gehele frequentiebereik “geprocessed” wordt en daarmee toch een zeker geluidskwaliteit verlies optreedt. Maar hebt u een serieus bas probleem en is dit de enige mogelijke oplossingsmethode dan wegen de voordelen duidelijk op tegen de nadelen.
Een betere methode om DSP toe te passen is om dit alleen te doen bij de bas frequenties, dit is tot een frequentie van ongeveer 200 Hz. Dit heeft te maken met bepaalde eigenschappen van het menselijke oor waardoor we tot ongeveer 200 Hz bepaalde kenmerken van het geluid niet goed waarnemen en we daardoor zonder verlies van geluidskwaliteit te ervaren het geluid kunnen aanpassen. Dit betekent dat we naar het deel van de luidspreker dat de midden en hoge tonen weergeeft het originele signaal doorgeven en naar het deel van de luidspreker dat de lage tonen (bas) weergeeft het signaal bewerken (“processen”) met behulp van DSP. Dit houdt in een DSP module en aparte versterker voor het basgedeelte van de luidspreker. Deze DSP module en aparte versterker zitten dan vaak in de luidspreker ingebouwd.
De kern van de Hi-Fi-installatie
De kern van de Hi-Fi-installatie wordt gevormd door de combinatie van de luidspreker en de versterker. De luidspreker is hierin de meest bepalende, omdat deze moet “passen” in de luisterruimte. Niet te klein om een goede geluidsbeleving te geven en niet te groot om geen onoplosbare bas problemen te geven. Moeten de luidsprekers klein zijn i.v.m. de afmetingen van de ruimte en/of esthetische overwegingen dan kan de toevoeging van een sub(woofer) de oplossing zijn. Zijn de luidsprekers relatief groot voor de ruimte dan is de plaatsing van de luidsprekers heel belangrijk en moet vrijwel zeker DSP toegepast worden op één van de hiervoor besproken manieren.
Verder moeten de luidspreker en de versterker technisch bij elkaar passen. Heel eenvoudig gezegd moet de versterker de benodigde stroom die een luidspreker vraagt kunnen leveren. Of omgekeerd wanneer men de voorkeur heeft voor een bepaalde versterker, bijvoorbeeld een buizenversterker, dan moet de luidspreker niet meer stroom vragen dan de versterker kan leveren.
De keuze in luidsprekers en versterkers is groot. Vaak is er een persoonlijke voorkeur voor een bepaald type en/of merk luidspreker en/of versterker. U goed laten adviseren en luisteren naar de (combinatie) van de gewenste luidspreker en versterker is belangrijk. Bij de keuze van de versterker is het verder belangrijk dat deze de luidspreker makkelijk aan kan sturen, de versterker moet niet “op zijn tenen moeten lopen”. Het signaal dat de versterker naar de luidspreker stuurt kan hierdoor gaan vervormen en juist dat kan leiden tot beschadiging van de luidspreker. Afhankelijk van welke afspeelapparatuur u allemaal op de versterker wilt aansluiten, moet u ook letten op voldoende en de juiste aansluitingen op de versterker.
Afspeelapparatuur
Voor de afspeelapparatuur geldt dat men nastreeft dat deze van een zelfde geluidskwaliteit niveau is als de kern van de Hi-Fi-installatie, de luidspreker-versterker combinatie. Minder en men haalt niet uit de luidspreker en versterker wat mogelijk is. Meer en men hoort niet of nauwelijks het betere geluid van de afspeelapparatuur, omdat de luidspreker-versterker combinatie de beperkende factor is.
Voor een Hi-Fi-installatie kan de afspeelapparatuur globaal verdeeld worden in twee groepen, analoog en digitaal. Een analoog afspeelapparaat is bijvoorbeeld een platenspeler en een digitaal afspeelapparaat is bijvoorbeeld een CD-speler. Mijn ervaringen beperken zich tot de digitale afspeelapparatuur. Bij de digitale afspeelapparatuur handelt het zich (vrijwel) altijd om een digitaal bestand in een bepaald formaat dat gelezen moet worden, naar de digitale-analoge omzetter (digital-analog converter, DAC) getransporteerd moet worden en in de digitale-analoge omzetter omgezet moet worden naar een analoog signaal dat aangeboden wordt aan een versterker. Het onderstaande overzicht geeft in vereenvoudigde vorm de voornaamste digitale afspeelmogelijkheden weer.
Bij de eerste digitale afspeelmogelijkheid van een CD via een CD-speler is het CD-loopwerk voor een belangrijk deel bepalend voor de geluidskwaliteit. Het goed “lezen” van een CD blijkt voor audio toepassingen toch lastig te zijn. Het “lezen” voor audio toepassingen moet in principe in één keer goed zijn, terwijl voor computer toepassingen er meer foutcorrectie mogelijkheden zijn.
Bij de tweede digitale afspeelmogelijkheid wordt de CD eerst “geript”, vaak op een aparte computer en soms geïntegreerd in het afspeelapparaat. De CD wordt “gelezen” en gecontroleerd of dit juist is gebeurd. Als dit niet zo is dan worden bepaalde delen van de CD nogmaals gelezen totdat dit juist is gebeurd (dit is dus niet mogelijk als men de CD direct af wil spelen!). Met de juiste “rip”-software is het digitale muziekbestand een kwalitatief exacte kopie van de informatie op de CD. Voor de software om een CD te “rippen” is de keuze simpel als u kwaliteit wilt: dBPoweramp of Exact Audio Copy. De digitale muziekbestanden kunt u lokaal opslaan op bijvoorbeeld een harde schijf of een NAS (“Network Attached Storage”).
Voor het afspelen van uw digitale muziekbestanden moet u deze transporteren naar de DAC. Hiervoor gebruikt u afspeelapparatuur vaak aangeduid met namen als muziek server en streamer. In basis zijn dit allemaal computers. Vaak met speciale geselecteerde hardware componenten, een geoptimaliseerd besturingssysteem (gebaseerd op Windows of Linux) en een programma waarmee u een interactie heeft om de digitale muziekbestanden af te spelen (het “afspeelprogramma”). Wat u ziet op het scherm van het “afspeelprogramma” en de mogelijkheden die dit programma voor u biedt, zijn vaak bepalend voor welk “afspeelprogramma” u kiest. En er zijn een heleboel van deze “afspeelprogrammas”, gratis en niet gratis. Maar het is goed u te realiseren dat dit “afspeelprogramma” met het geoptimaliseerde besturingssysteem en de speciale geselecteerde hardware te samen de geluidskwaliteit bepalen. En om het voor u nog moeilijker te maken bestaat deze afspeelapparatuur soms niet uit één fysiek apparaat, maar uit meerdere apparaten in een keten om functies te scheiden en het signaal tussendoor “op te schonen” of “af te schermen”, allemaal met het doel een nog betere geluidskwaliteit te bereiken. De geluidskwaliteit van het digitale pad is inmiddels op net zulk hoog niveau gekomen als dat van het analoge pad. Maar u zult begrijpen uit het voorgaande, laat u goed adviseren!
Het afspelen van een digitaal muziekbestand van een streamingdienst is in principe hetzelfde als het afspelen van een lokaal opgeslagen muziekbestand. Uw “afspeelprogramma” moet alleen deze mogelijkheid bieden en u moet geabonneerd zijn op de betreffende streamingdienst.
Helaas voor degenen die verwacht hadden dat het digitale pad minder kritisch zou zijn dan het analoge pad (“het zijn toch maar nulletjes “0” en eentjes “1”, wat kan daar mee misgaan?”). Ook hier geldt dat alles telt om een goede geluidskwaliteit te realiseren misschien nog wel meer dan bij het analoge pad. Waarom dan het digitale pad kiezen? Dit zijn met name het gebruiksgemak door bediening van de installatie “vanuit de stoel” via bijvoorbeeld een tablet en de mogelijke beschikbaarheid van een veel grotere muziekverzameling via één of meerdere streamingdiensten.
Kabels en stroomvoorziening
Ja, ook kabels hebben een invloed op de geluidskwaliteit. Misschien niet of niet noemenswaardig bij een eenvoudiger stereosysteem, maar wel bij het niveau van de Hi-Fi-installatie dat wij nastreven. De taak van een kabel is om het signaal van de ene component naar de andere component door te geven zonder verlies en zonder verandering (“kleuring” van het geluid). Door de complexe samenstelling van het (elektrische) geluidssignaal blijkt dit moeilijker te zijn dan vaak gedacht. Dit wordt beïnvloed door de kabel zelf (materialen, geometrie), door de aangesloten componenten en door invloeden van buitenaf (elektromagnetische straling van lage tot hoge frequenties).
Als we iets verder op de constructie van een kabel ingaan dan zijn in basis van belang: de geleider, de isolatie van de geleider en de vorm waarin de verschillende geleiders in een kabel zijn samengesteld. Voor de geleider worden normaal gesproken in oplopende materiaalprijs koper, zilver of een zilver-/goudlegering gebruikt. Het belangrijkste wat hier opgemerkt kan worden is dat men beter voor een (hele) goede kwaliteit van een in basis goedkoper geleidermateriaal kan kiezen dan voor een mindere kwaliteit van een in basis duurder geleidermateriaal. De kwaliteit van een geleider wordt bepaald door de zuiverheid van het materiaal, een minimaal aantal kristalgrenzen in het materiaal en de (gladde) afwerking van het oppervlak van de geleider. De isolatie om de geleider is ook belangrijk, deze heeft (helaas) een interactie met de geleider. De meest ideale isolatie is (voldoende) lucht, maar dit maakt de constructie van de kabel heel lastig en daardoor ook duur. De twee andere isolatiematerialen die zich bewezen hebben zijn PTFE en XLPE of een variant hierop. De vorm waarin de verschillende geleiders in een kabel zijn samengesteld wordt grotendeels bepaald door het signaal dat door de kabel gaat. Voor een luidsprekerkabel waar veel stroom en met een grote variatie door gaat zijn de geleiders anders samengesteld dan voor een interconnect waar veel minder stroom doorheen gaat. Verder is het nog mogelijk een kabel af te schermen door een metalen omvlechting voor de hoog frequente elektromagnetische straling van buitenaf. Soms heeft dit een positieve uitwerking op de geluidskwaliteit, soms ook een negatieve.
Bij een kabel zijn niet alleen de geleiders, maar ook de connectoren/stekkers van belang voor een goede doorgifte van het signaal. Ook hier zijn de gebruikte materialen en de constructie van belang. Bij de constructie is bijvoorbeeld de kwaliteit van het contact met de geleider belangrijk. Een slecht contact heeft signaalverlies tot gevolg. Ja ik weet het grootste gedeelte van het signaal gaat nog steeds door het contact en dat is voor de meeste toepassingen geen probleem, maar voor een goede Hi-Fi-installatie willen we geen signaalverlies! Dit betekent ook dat het contact dat de pennetjes van de ene connector met de andere connector maakt belangrijk is. Zorg dat deze pennetjes schoon zijn, vrij van corrosie/aanslag en niet beschadigd zijn. Met andere woorden, ga voorzichtig met uw kabels en ook connectoren/stekkers om. Dit merkt u terug in een betere geluidskwaliteit.
Een vaak gestelde vraag is wat verstandig is om uit te geven aan kabels. Het is hier lastig een goed antwoord op te geven. De ene component in de Hi-Fi-installatie is gevoeliger voor een betere kwaliteit kabel dan de andere. Maar als uitersten kan wel gezegd worden dat een kabel uit de bouwmarkt niet de geluidskwaliteit zal halen die wij op het oog hebben en dat een kabel die net zo duur is als de componenten waarop deze aangesloten is niet een verstandige investering is.
Eén van de kabels is de stroomkabel. De kwaliteit van de stroomkabels is van belang, maar ook de “kwaliteit” van de stroom die hier doorheen gaat. Helaas is de “kwaliteit” van de stroom vaak niet al te best door andere apparatuur (bijvoorbeeld van de industrie) die de stroom vervuild op het elektriciteitsnetwerk en door andere apparatuur binnenshuis. Deze vervuiling kan meer zijn dan u verwacht. Een grap binnen de audiofielen is dat het beter is om ’s nachts naar de Hi-Fi-installatie te luisteren, omdat dan de “kwaliteit” van de stroom beter is. Een grap, maar wel één met een kern van waarheid. Een verbetering om de invloed van vervuiling van de stroom binnenshuis te verminderen is om een aparte kabel vanaf de meterkast naar de Hi-Fi-installatie te gebruiken waarop geen andere apparaten dan de Hi-Fi-componenten zijn aangesloten. Ook kan men hiervoor dan een betere kwaliteit kabel gebruiken met een grotere geleider doorsnede dan de standaard installatiedraad in huis. Mocht u deze stap nemen dan is het advies om deze kabel aan te sluiten op een aparte groep in de meterkast met een speciale audiofiele smeltzekering i.p.v. de standaard installatie automaat. Allemaal kleine maar waarneembare stapjes om de geluidskwaliteit te verbeteren.
Verbeteren van uw installatie
In een boek heb ik ooit gelezen dat je het luisteren naar een Hi-Fi-installatie kunt vergelijken met het lezen van een boek dat ligt achter een hele serie glasplaten. Als één van deze glasplaten niet volkomen doorzichtig is, dan wordt het lezen bemoeilijkt en mis je details. Als meerdere glasplaten van een mindere kwaliteit zijn dan moeten deze allemaal verbeterd worden, maar het is ook heel lastig te bepalen welke glasplaat de minste is en die je dus als eerste wilt verbeteren om het meeste resultaat te boeken. Met de componenten van een Hi-Fi-installatie is het hetzelfde, welke component kun je het beste verbeteren om de meeste winst in geluidskwaliteit te behalen? Zoals u inmiddels wel begrepen zult hebben is er niet die ene “klapper” waarmee u uw Hi-Fi-installatie gigantisch kunt verbeteren. Het zijn allemaal klein stapjes die te samen wel die gigantische “klapper” vormen.
Soms kunt u met gezond verstand al een beetje bepalen welke component de minste is. Maar wilt u nog een stap verder gaan dan zult u uw installatie goed moeten leren kennen. Ga naar andere, betere installaties luisteren en noteer op welke punten het geluid van deze installaties beter is dan uw installatie, bijvoorbeeld een strakkere bas of meer detail in de hoge tonen. Dit geeft een indicatie welke componenten voor verbetering vatbaar zijn. Probeer kleine wijzigingen in uw installatie uit en luister naar de verschillen (hopelijk verbeteringen) in het geluid. Experimenteer met de plaatsing van uw luidsprekers, dit is gratis (kost alleen enige moeite). Markeer voordat u dit gaat doen wel de oorspronkelijke positie van de luidsprekers bijvoorbeeld met tape, zodat u de luidsprekers weer op de oorspronkelijke positie terug kunt zetten wanneer dit toch de betere positie bleek. En gewapend met deze informatie en ervaringen kunt u beter advies vragen.
Wanneer goed niet goed genoeg is
Tot dusver heb ik de ervaringen beschreven om tot een goede Hi-Fi-installatie te komen. Maar zoals u misschien opgemerkt zult hebben, heb ik in het welkomstwoord van de website aangegeven dat een echt goede Hi-Fi-installatie nodig is om de ervaring te kunnen hebben alsof je bij een muziekoptreden erbij bent.
Om de stap naar een echt goede Hi-Fi-installatie te maken, loop je tegen een aantal uitdagingen aan. De eerste uitdaging waar je mee te maken krijgt is het inspelen van de onderdelen waaruit een component van een Hi-Fi-installatie is opgebouwd. Ik herhaal hier nog maar eens de uitspraak: misschien niet of niet noemenswaardig bij een eenvoudiger stereosysteem, maar wel bij het niveau van de Hi-Fi-installatie dat wij nastreven. De geluidskwaliteit van de Hi-Fi-installatie die wij nastreven is van een dermate hoog niveau dat kleine verschillen daarbij hoorbaar zijn, dus ook de verschillen veroorzaakt door de veranderingen in de onderdelen gedurende het inspelen van deze onderdelen. De wisselende stroom die door de onderdelen loopt heeft een invloed op de materialen van de onderdelen zelf en de interactie van de verschillende materialen op elkaar waaruit een onderdeel is opgebouwd. Een typisch onderdeel waar men aan kan denken dat moet inspelen is een condensator. Maar bijvoorbeeld ook de aders van een kabel waar een interactie tussen de geleider en de isolatie van de geleider optreedt. En zelfs contacten die los genomen zijn hebben enige speeltijd nodig om zich weer te “settelen”.
Deze inspeeltijd van de onderdelen maakt het veel lastiger om te kunnen beoordelen of het ene onderdeel of component het betere onderdeel is of juist het andere onderdeel. Men moet daarvoor lang testen. Om een voorbeeld te noemen. Een zekere tijd geleden had ik problemen met mijn installatie waarbij uiteindelijk bleek dat een speciaal audiofiel netwerkkaartje problemen gaf. Om toch verder te kunnen luisteren naar mijn installatie heb ik dit speciale audiofiele netwerkkaartje dat problemen gaf vervangen door een goede kwaliteit netwerkkaartje dat normaal gesproken voor servers (dus geen consumenten elektronica, maar professionele elektronica) wordt gebruikt dat ik nog had liggen. De eerste indruk van de geluidskwaliteit was direct dat dit een stap terug was. Omdat ik gewend ben dat onderdelen in moeten spelen, heb ik de gewoonte om mijn Hi-Fi-installatie overdag zoveel mogelijk aan te zetten en te laten spelen. Dus ook dit server netwerkkaartje laten doorspelen/inspelen, omdat een nieuw speciaal audiofiel netwerkkaartje nog op zich liet wachten. Na een 20 uur speeltijd weer even geluisterd en moeten concluderen dat de geluidskwaliteit niet vooruit was gegaan. Maar plotseling na een 50-tal uren toen ik toevallig langs mijn installatie liep merkte ik ineens op dat er iets gebeurd was met de geluidskwaliteit. ‘s Avonds rustig gaan zitten en geluisterd. En ja, wat ik overdag opgemerkt had werd ‘s avonds bevestigd. De geluidskwaliteit na een 50-tal uren inspelen van het server netwerkkaartje was inmiddels beter dan de oorspronkelijke geluidskwaliteit van het speciale audiofiele netwerkkaartje. En tot 100 of enkele honderden uren inspelen later kon ik nog geluidskwaliteit verbeteringen waarnemen. Steeds subtieler, maar toch. Dit netwerkkaartje had een duidelijk omslagpunt in geluidskwaliteit na ongeveer 50 uur inspelen. Andere onderdelen vertonen een veel geleidelijkere verbetering van de geluidskwaliteit tot soms enkele honderden uren inspelen. Je hebt zelfs te maken met onderdelen die gedurende de inspeeltijd één of meerdere malen een plotselinge dip vertonen in de geluidskwaliteit en na enkele uren speeltijd na de dip een betere geluidskwaliteit laten horen.
Een andere uitdaging waar je mee te maken hebt is het verstoren van de balans van de Hi-Fi-installatie wanneer je een component wisselt voor een andere, meestal met het doel om de geluidskwaliteit van de Hi-Fi-installatie verder te verbeteren. Ook hier een voorbeeld. Op enig moment heb je diverse stroomkabels getest in je installatie en de beste op dat moment bepaald en in je installatie geplaatst. Later wijzig je een andere component voor een betere. Zou je nu opnieuw je stroomkabels testen dan zou je mogelijk voor een andere als beste kiezen. Wat speelt is het volgende. De component die je later veranderd hebt, heeft een probleem weg genomen dat er eerst was. De oorspronkelijk beste stroomkabel “filterde” dit probleem weg. Maar doordat nu het probleem weg genomen is, kan de oorspronkelijke stroomkabel een restrictie vormen voor een verdere geluidskwaliteit verbetering. Een andere stroomkabel is in de nieuwe situatie de betere en laat bijvoorbeeld meer details in de hoge tonen horen. Soms is het zelfs nodig om nog meer onderdelen of componenten te veranderen/verbeteren om de uiteindelijke balans van de Hi-Fi-installatie weer te herstellen, maar dan op een hoger geluidskwaliteit niveau dan daarvoor. Dit is de reden voor het eerste belangrijke uitgangspunt dat ik hiervoor beschreven heb, een neutraal geluid van de gehele installatie en van de afzonderlijke componenten. Doe je dit niet dan kan het echt gokken worden om de balans van de Hi-Fi-installatie te kunnen herstellen of “uberhaupt” in staat te kunnen zijn om de installatie te kunnen verbeteren.
Wanneer heeft welke verbetering een effect? Gebaseerd op mijn ervaringen heb ik het volgende beeld van verbeteringen en wanneer deze een effect hebben of niet. Met onze Hi-Fi-installatie proberen we uiteindelijk “100%” weer te geven wat op de muziekdrager (CD, muziekbestand, etc.) vastgelegd is. Dit proberen we te realiseren door stap voor stap onze installatie te verbeteren. Maar een verbetering op het ene moment kan misschien helemaal niet waarneembaar zijn, terwijl het op een ander moment een fantastische stap vooruit is. Zie hiervoor het plaatje wat ik hieronder geschetst heb. In het plaatje heb ik geschetst de 100%-lijn die we nastreven en de geleidelijk oplopende kromme die de verbeteringen van onze installatie weergeeft. In punt A zijn we nog redelijk ver van onze ideale situatie verwijderd. Om in deze situatie een verbetering van de geluidskwaliteit waar te nemen, moeten we een relatief grote verbetering doorvoeren voordat wij deze waarnemen. In punt B waar we inmiddels dichter bij de ideale situatie zijn, hoeven we absoluut gezien maar een kleinere verbetering door te voeren om deze al waar te nemen. Andersom gezegd, de verbetering in punt B heeft nog geen nut in punt A. Terwijl deze mogelijk een veel grotere investering vereist en moeilijker te realiseren is. Het gaat erom de juiste verbeteringen op het juiste moment door te voeren. En ja, als ik hiermee gelijk mocht hebben dan houdt het proces van verbeteren van onze Hi-Fi-installatie nooit op. Om het van de positieve kant te bekijken, het blijft dan altijd mogelijk nog verder te verbeteren en deze verbeteringen waar te nemen. Zodat we naar een nog betere geluidskwaliteit kunnen luisteren en nog meer luisterplezier beleven van onze Hi-Fi-installatie.
Afsluiting
Diverse malen heb ik inmiddels geluidskwaliteit en geluidskwaliteit verbetering genoemd. We hebben alleen geen meetmethode om de kwaliteit van de muziekbeleving absoluut te kunnen bepalen of vast te stellen. Hierin is ons gehoor vergelijkbaar met onze smaak beleving. Proberen te beschrijven hoe een bepaald gerecht in detail smaakt is verschrikkelijk moeilijk en de voorkeur van de ene persoon kan heel anders zijn dan voor de andere persoon. Wat we wel kunnen is zo objectief mogelijk proberen bepaalde aspecten van de muziek te beoordelen. Veelal worden hiervoor de volgende aspecten gehanteerd:
– transparantie (eenvoudig gezegd, hoe goed alle details gehoord kunnen worden)
– neutraliteit (de juiste weergave van het gehele frequentiebereik, waardoor bijvoorbeeld instrumenten met de juiste boventonen weergegeven worden en natuurlijk klinken)
– dynamiek/timing (lastig te omschrijven, maar bijvoorbeeld duidelijke verschillen tussen de zachte en luide muziekpassages, de aanslagen van snaren, het juiste ritme en de snelheid in bepaalde muziekpassages)
– basweergave (de kwaliteit (hoor je bastonen of een instrument?) en kwantiteit (voldoende “druk”) van de bas)
– geluidsbeeld (de 3-dimensionale weergave, breedte, diepte, gelaagdheid en de duidelijke plaatsing in dit beeld van instrumenten en stemmen (focus))
Voor het beoordelen van deze aspecten gebruiken we referentienummers die één of enkele van deze aspecten zo duidelijk mogelijk weergeven. Er zijn zoveel muzieknummers dat voor iedereen de referentienummers kunnen verschillen. Hopelijk bent u met deze informatie beter in staat de geluidskwaliteit en geluidskwaliteit verbeteringen van uw of een andere Hi-Fi-installatie te beoordelen.
Realiseer u ook dat de Hi-Fi-installatie die wij nastreven een gevoelig instrument is. Kleine veranderingen in bijvoorbeeld temperatuur, luchtvochtigheidsgraad, de fase van inspelen van de componenten en de stroom via het elektriciteitsnetwerk hebben allemaal invloed op de geluidskwaliteit en zijn subtiel waarneembaar. De ene keer dat men luistert kan het geluid net iets anders (beter/slechter?) klinken dan een andere keer. Ook onze eigen gemoedstoestand heeft een invloed op hoe we het geluid de ene en de andere keer ervaren. Dit is normaal en niet om ongerust over te worden. Het belangrijkste is dat men kan genieten van de installatie, met plezier luistert en dat men af en toe de bonus heeft dat alles op zijn plek lijkt te vallen en je een fantastische luisterervaring hebt.
Veel luister plezier!